Even was Obama president van Afrika

 

De kracht van een presidentschap

 

Frans Verhagen is een journalist gespecialiseerd in de VS. Hij blogt op meiguo.nl. Deze bijdrage schreef hij op uitnodiging van De Morgen.

 

30 juli 2015

 

Dat Obama's bezoek aan Afrika een triomftocht zou worden, stond bij voorbaat vast. Een man met Afrikaanse wortels die komt als leider van het machtigste land ter wereld: veel mooier kan het niet. Door zijn bezoek, met al zijn persoonlijke kantjes, maar vooral door zijn rol als president, bevestigde Obama dat Afrika meetelt. Het was een pakkend beeld: even was Obama president van Afrika. Hij gebruikte het gezag dat daarmee samenging optimaal.

 

Natuurlijk had Obama een agenda. Hij stelde dat de Verenigde Staten als partner Afrika veel te bieden hebben. Een relatie met Amerika is niet enkel gebaseerd op grondstoffen, maar ook op streven naar economische groei, democratie, gezondheidszorg, onderwijs en elektrificatie. De Verenigde Staten zijn geen neokoloniale uitbuiters, daar kwam het op neer. Hij hoefde China niet te noemen om zijn punt te maken.

 

Maar Obama deed meer. Bevrijd van politieke druk en bouwend op zijn recente successen toonde Obama zich opnieuw een inspirerende leider. Na de indrukwekkende preek voor zijn landgenoten, een paar weken geleden in Charleston, South Carolina, preekte Obama nu voor de Afrikanen. Hij moraliseerde, duwde en prikte. Hij werkte op het gemoed. Hij zette aan het denken. Hij besprak wat nooit besproken wordt.

 

Afgezien van de brede positieve uitstraling die Obama's erkenning van belang en toekomst van Afrika heeft, zullen zijn bijdragen op twee terreinen blijvende betekenis hebben. In een luid toegejuichte toespraak voor de Afrikaanse Unie kritiseerde Obama de machthebbers die eindeloos blijven zitten en ongegeneerd de wet aanpassen. Hij riep hen op om nieuw bloed een kans te geven. "Niemand moet president voor het leven zijn", zei de man die over anderhalf jaar terugtreedt - ook al zei hij, in een gewaagd terzijde, dat hij best nog een keer gekozen zou kunnen worden.

 

Zijn doelgroep waren niet de hardhorende machthebbers. Obama sprak tegen de gewone Afrikanen, stak hen een hart onder de riem, gaf hen empowerment. Door Obama te citeren kunnen burgers nu mensenrechten of democratische rechten aan de orde stellen. En natuurlijk helpt het als hij tegen de machthebbers in Ethiopië zegt dat politieke opponenten geen terroristen zijn en dat kritische journalisten niet in het gevang thuishoren.

 

Het tweede punt van blijvende betekenis betreft de positie van homo's. Obama stelde het onderwerp aan de orde vanuit een positie van grote morele kracht: als Afrikanen hem zo bewonderen vanwege zijn macht en gezag, dan kunnen ze zijn kritiek op de behandeling van homo's niet negeren. De president was zo verstandig zijn standpunten over homo's te verwoorden in termen van gelijke behandeling voor de wet, ongeacht kleur, geslacht of seksuele voorkeur. Daarbij verwees hij naar de Amerikaanse rassengeschiedenis, naar zijn eigen geschiedenis, naar wat er gebeurt als mensen niet gelijk behandeld worden voor de wet. Het opent de deur voor allerlei onrechtvaardigheid. Hij verlangde niet dat de staat een standpunt inneemt, hij verlangde enkel dat de staat gelijke rechten handhaaft.

 

President Kenyatta claimde dat het onderwerp Kenianen niet bezighoudt, en dat er nu eenmaal culturele verschillen zijn. Het was een zwakke reactie op Obama's argumenten gebaseerd op de rechtsstaat. Maar het effect van Obama's standpunt valt moeilijk in te schatten. Het zijn westerse evangelische kerkgenootschappen die in sommige Afrikaanse landen homohaat versterken en inderdaad ligt er een enorm cultureel taboe. Maar Obama had erop kunnen wijzen hoe snel dat kan verdwijnen, zoals dat in de Verenigde Staten is gebeurd. Hij deed wat hij kon.

 

Wat Obama zei, kreeg meer kracht doordat hij steeds verwees naar Amerika's eigen problemen met ras, ongelijkheid en democratie. Hij kwam niet als arrogante allesweter, niet als vertegenwoordiger van een land dat alles goed doet. Hij stond er niet als een buitenstaander, maar als een vriend, als familielid; een gerespecteerde gast die onaangename punten mag aanroeren.

 

Critici in de Verenigde Staten hadden Obama verweten naar landen te gaan met serieuze schendingen van mensenrechten. Ze waren bang dat hij vooral over de dreiging van terrorisme zou praten en de moraal daar ondergeschikt aan zou maken. Ze onderschatten hun president. Opnieuw liet Barack Obama de kracht zien van persoonlijkheid, de invloed van een rolmodel. De kracht ook van het presidentschap. Yes, you can, zei hij tegen een continent dat maar al te graag wil.